CONVIVENCIA: DE WETENSCHAPPEN

INHOUD:

ABU ALI AL-QALI, schrijver-grammaticus
IBN HAZM, schrijver-dichter, rechtsgeleerde, filosoof
ABU AL-QASIM AL-ZAHRAWI / ABULCASIS, schrijver-medicus
HASDAY BEN-SHAPRUT, medicus-minister
DIOSCORIDES' DE MATERIA MEDICA
IBN TUFAYL, schrijver-geleerde
IBN RUSHD, filosoof
IBN AL-QUTIYYA, filoloog-historicus
IBN FIRNAS, veelzijdig wetenschapper
ARIB BIN SA'D, medicus
     DE ALMANAK VAN CÓRDOBA

 

In Andalus werden de wetenschappen onder het kalifaat van Cordoba zeer gestimuleerd. Uit de Arabische wereld werden traditioneel-islamitische maar ook vernieuwende geleerden aangetrokken, terwijl uit het Byzantijnse rijk een stroom van klassieke Griekse werken - filosofie, astronomie, medicijnen, cartografie etc. - zijn weg naar het westen vond.

In een aantal gevallen vormt de vertaling in het Arabisch de enige overblijvende bron van een van oorsprong Grieks werk; dit geldt ondermeer voor sommige werken van Aristoteles. De invloed van diverse aldus bekend geworden werken op de ontwikkeling van de westerse wetenschap is nauwelijks te overschatten.

 

ABU ALI AL-QALI

 

Abu Ali Ismail b.al-Qasim b.Aydhun b.Harun b.Isa b.Muhammad b.Sulayman (/Salman) al-Baghdadi, geboren 901 in Manazgirt, ten noorden van het Van-meer. Hij trok in 915 naar Bagdad; na een lang verblijf in Mosul kwam hij in 917 in Bagdad aan, samen met een groep mensen uit de grensstad Kalikala (het huidige Erzerum), van wie hij de nisba (streeknaam) aannam in de hoop dat hij als man uit de grensstreek bepaalde privileges zou genieten tijdens zijn studie. Hij volgde onderwijs in alle taalkundige richtingen van zijn tijd. In 939 vertrok hij, kennelijk op uitnodiging van Abd ar-Rahman III, via Cairouan naar Córdoba, waar hij in mei 942 aankwam. Hij overleed daar, hoog geëerd zoals de historicus al-Zubaydi zegt, in 967.
Abu Ali werd de sleutelfiguur in de Iraakse traditie in het westen. Tijdens zijn emigratie naar Córdoba wist hij een groot deel van zijn bibliotheek mee te nemen. Boeken die hij niet bezat of die onderweg in Cairouan verloren waren geraakt dicteerde hij in zijn nieuwe woonplaats uit zijn hoofd of hij schreef er commentaren en kritische verhandelingen over, geheel in de Iraakse traditie die hij kende, maar met inachtneming van andere tradities. Hij bemoeide zich niet met de richtingenstrijd tussen de grammatici van Kufa en Basra, hoewel hij het meeste voelde voor de laatste.
Van zijn werken is weinig over. Het bekendst is het Kitab al-Amali, dat alle filologische onderwerpen behandelt.



IBN HAZM

 

Zijn volledige naam luidt Abu Muhammad Ali ibn Ahmad ibn Sa'id ibn Hazm, en hij wordt genoemd Abu Muhammad, of Ali ibn Hazm, of kortweg Ibn Hazm. Hij werd geboren op 30 Ramadan 384 (7 november 994) in Córdoba en stierf op 28 Sha'ban 456 (15 augustus1064). Zijn voorgeslacht woonde waarschijnlijk al in Spanje toen de Arabieren het in 711 binnenvielen. Zijn overgrootvader schijnt zich tot de Islam bekeerd te hebben. Ibn Hazm's vader, Ahmad ibn Sa'id ibn Hazm, was als vizier, dat wil zeggen een soort persoonlijk adviseur en vertrouwensman, in dienst bij de hajib Ibn abi Amir al-Mansur, en diens zonen en opvolgers al-Muzaffar en Abd al-Rahman.

 

Van de vrouwen in Ibn Hazm's leven weten we alleen wat hij er in De ring van de duif van zegt: Hij is tussen hen opgegroeid en hij is een paar maal hevig verliefd geweest op een slavin uit de huishouding van zijn vader. Alleen zijn slavin Nu'm noemt hij met name, want "zij was alles wat men zich zou kunnen wensen: haar schoonheid, zowel van uiterlijk als van karakter, was buitengewoon, en hetzelfde gold voor de harmonie die tussen ons bestond. Ik ontnam haar haar maagdelijkheid, en wij beminden elkaar in gelijke mate. Toen wist het lot mij in haar te treffen: de voortgaande tijd rukte haarweg, bitter werden de dagen, en zij werd de metgezellin van stof en stenen. Toen zij stierf was ik twintig jaar, en zij was nog jonger... Na haar dood heb ik geen plezier meer in het leven gehad. Ik heb haar nooit vergeten, en met niemand heb ik zo'n hechte band gehad als met haar. Mijn liefde voor haar heeft alles wat eraan voorafging uitgewist en alles wat erna kwam ongeoorloofd gemaakt." Over zijn moeder vermeldt hij echter niets, evenmin als over een echtgenote.

 

De positie van Ibn Hazm's familie bracht met zich mee dat hij een traditionele en voorname opvoeding genoot. In De ring van de duif noemt hij enkele van zijn leermeesters en de vakken waarin hij van hen onderricht kreeg, zoals Islamitische traditie, grammatica, retorica, dialectiek, theologie, rechtsgeleerdheid, klassieke Arabische poëzie en filosofie. Na de revolutie die de Amirieden ten val bracht en de burgeroorlog inluidde brak een moeilijke tijd aan voor de familie van Ibn Hazm.
Het prachtige huis van de familie in Balat Mughith werd verwoest en zijn vader kwam te overlijden terwijl hij verwikkeld was in de nasleep van een mislukt complot tegen de generaals van de Saqaliba-troepen, de slavenlegers die uit alle delen van het Christelijke Europa werden bijeengebracht en die samen met de Berberhuurlingen de kern van het leger der kaliefen vormden.

 

In juli 1013 verliet Ibn Hazm Córdoba, dat erg had geleden onder de burgeroorlog. In De ring van de duif laat hij menige verzuchting horen, vol heimwee naar de goede tijden van weleer, die wel nooit meer terug zullen keren. Na een verblijf in Almería dat eindigde in gevangenschap en verbanning, na omzwervingen via Hisn al-Qasr en Valencia werd hij vizier van de Umayyaden-pretendent naar het kalifaat aldaar, Abd al-Rahman IV, bijgenaamd al-Murtada (1018). In diens leger vocht hij voor de muren van Granada, raakte in gevangenschap, maar wist na enige tijd zijn vrijheid te herkrijgen. In februari 1019 keerde hij na een zwervend leven van bijna zes jaar in Córdoba terug, dat toen geregeerd werd door de Berber-kalief al-Qasim.

In 1922 leefde Ibn Hazm teruggetrokken in Játiva, waar hij mogelijk aan De ring van de duif begon te schrijven. Toen al-Qasim, na al eerder een keer te zijn afgezet en teruggekomen te zijn, in december 1023 werd verdreven en de Umayyade Abd al-Rahman V, bijgenaamd al-Mustazhir, tot kalief werd gekozen, benoemde deze intellectueel en literaat zijn vriend Ibn Hazm tot vizier. De kalief was echter niet opgewassen tegen de turbulente toestanden in het geteisterde Córdoba en na een machteloze regering van zeven weken werd hij afgezet en ter dood gebracht.


Ibn Hazm geraakte toen weer in gevangenschap. Hoe lang deze precies heeft geduurd is niet bekend. In 1027 bevindt hij zich weer in Játiva. Hij heeft waarschijnlijk toen verder aan zijn Ring van de duif geschreven. Later zou hij nogmaals vizier zijn geweest, nu van de laatste Umayyaden-kalief van Spanje, Hisham III, bijgenaamd al-Mu'tadd, die regeerde van 1027 tot 1031. Dit staat niet vast, maar behoort zeker niet tot de onmogelijkheden, want Ibn Hazm's politieke sympathie heeft altijd - uit De ring van de duif blijkt het veelvuldig - aan de kant van de Umayyaden gestaan. Maar omstreeks deze zelfde tijd moet hij het besluit genomen hebben de politiek de rug toe te keren en zich geheel aan de wetenschap te wijden.

(meer over de Ring van de duif)



ABU AL-QASIM AL-ZAHRAWI / ABULCASIS
 

Abu al-Qasim Khalaf ibn al-Abbas al-Zahrawi (in het westen bekend als Abulcasis of Albucasis) werd geboren in 936 AD in Zahra, in de omgeving van Córdoba. Hij werd een van de bekendste chirurgen van de islamitische wereld en was arts aan het hof van al-Hakam II. Na een lange medische carrière, waarin hij veel origineel werk schreef, overleed hij in 1013 AD.
Hij is vooral bekend geworden door zijn vroege, originele vernieuwingen in de chirurgie en zijn beroemde medische encyclopedie al-Tasrif. Dit werk bestaat uit dertig delen (1500 pagina's) die verschillende aspecten van de medische wetenschap behandelen.
De belangrijkste delen vormen de drie die over chirurgie gaan, waarin in detail chirurgische behandelingen worden beschreven die hij zelf heeft verricht, zoals cauterisatie, de verwijdering van blaasstenen, sectie op dieren, verloskunde, haemostatica, en keel, neus en oor-chirurgie.
Hij perfectioneerde verschillende delicate operatietechnieken, bijvoorbeeld het verwijderen van een dode foetus en amputaties.


Al-Tasrif werd in Toledo door Gerard van Cremona (d.1187) in het Latijn vertaald. Daarna is het door vele anderen in Europa bewerkt.
Het boek bevat talrijke diagrammen en afbeeldingen (200 in totaal) van chirurgische instrumenten die door Abu al-Qasim werden gebruikt of ontwikkeld. Het werk was tot in de 17de eeuw een vast onderdeel van het medisch curriculum in de Europese landen.
In tegenstelling tot de opvatting dat moslims weinig met chirurgie ophadden vormt al-Tasrif een monumentale verzameling voor dit deel van de toegepaste wetenschappen.

 

Al-Zahrawi was de uitvinder van verscheidene chirurgische instrumenten, waarvan er drie opvallen:
1. een instrument om het inwendige van het oor te onderzoeken
2. een instrument om het inwendige van de urethra te onderzoeken
3. een instrument om vreemde voorwerpen uit de keel te verwijderen

 

Zijn specialiteit was het gebruik van cauterisatie (het gebruik van brandijzers) voor het genezen van aandoeningen, een techniek die hij in meer dan 50 behandelingen toepaste.
In al-Tasrif behandelt al-Zahrawi eveneens de bereiding van verschillende medicijnen, naast chirurgische behandelingsmethoden in specialisaties als KNO, oogheelkunde etc.
In verband met de bereiding van medicijnen beschrijft hij ook in detail de technieken van sublimatie en decantatie.
Een ander specialisme van al-Zahrawi was de tandheelkunde. Zijn boek bevat verscheidene schetsen van de gebruikte instrumenten en beschrijvingen van diverse belangrijke behandelingen zoals apexresectie (het verwijderen van een ontstoken wortelpunt) en gebitsregulering. Hij ontwikkelde de vervaardiging van kunsttanden ter vervanging van slechte gebitselementen.


In de medische wetenschap was al-Zahrawi de eerste die de ongebruikelijke aandoening hemofilie herkende. Hij beschreef een familie waarin de mannelijke leden stierven na ogenschijnlijk onschuldige verwondingen. Zijn beschrijving van de familie toont duidelijk aan dat hij zich bewust was van de erfelijke aard van de ziekte.

Het is zonder meer duidelijk dat Al-Zahrawi de ontwikkeling van de medische wetenschap en de chirurgie diepgaand heeft beïnvloed, en dat de principes die hij opstelde vijf eeuwen lang toonaangevend waren in de medische wereld. Zijn invloed was in dit opzicht groter dan die van Galenus (van Pergamon, Grieks Klein-Azië, 3de eeuw AD).

 

 

HASDAY BEN-SHAPRUT
 

Hasday ben Shaprut , minister van financiën onder Abd ar-Rahman II en al-Hakam II en leider van de Joodse gemeenschap in Cordoba, was degene die de opdracht kreeg om het manuscript van Dioscorides' De materia medica, dat door de Byzantijnse keizer (Constantijn VII, Porphyrogenitus of Romanus) aan Abd ar-Rahman III geschonken was te vertalen. Aanvankelijk lukte dit niet. Het hof van Cordoba verzocht het Byzantijnse om assistentie bij de vertaling, die kwam in de persoon van de monnik Nicolaas. Samen wisten zij de vertaling te voltooien.

 

 

 

DIOSCORIDES' DE MATERIA MEDICA

 

De Materia Medica werd geschreven in de eerste eeuw A.D door de Griekse arts Pedanius Dioscorides. Het is het beroemdste medicinale kruidenboek uit de oudheid. Via het Syrisch werd het in het Arabisch vertaald. Dit gebeurde in de 9de eeuw, door de beroemde vertaler Hunayn ibn Ishaq.

De materia medica bevat afbeeldingen van planten, plantbeschrijvingen en aanwijzingen voor het medicinaal gebruik. Tevens vindt men afbeeldingen van de werkzaamheden van de apotheker:

 

Fig.: Bladzijde uit een 10de-eeuwse kopie van de Arabische vertaling van De Materia Medica van Dioscorides.

In de Leidense Universiteitsbibliotheek bevindt zich een Arabische kopie uit 1082. Hieronder volgt de vertaling van een bladzijde uit dit manuscript (©2002 L.D.den Dulk)
[tussen rechte haken het commentaar van de vertaler]

 


SESAMOIDES AL-KABIR
"De grote sesamoides

Dit is wat genoemd wordt de […; onduidelijk] Nieswortel, omdat hij verward wordt, door zijn purgerende werking, met de Witte Nieswortel [Helleborus ( ? niger, Kerstroos; een plant met witte bloemen en zwarte wortels)]. De laatste behoort tot de planten die zaadkapsels hebben.
[Sesamoides] lijkt op de planten die izigharruna [Griekse niet-vertaalde term; equivalent niet bekend] genoemd worden of Ruit.
De plant heeft langwerpig blad, witte bloemen en dunne wortels die niet worden gebruikt.
Het zaad lijkt op dat van de eetbare Sesam.
Als men van deze zaden neemt wat men met drie vingers kan oppakken, fijngestampt met anderhalve obolos [Griekse niet-vertaalde term, 'obool'. Een munt, mogelijk ook als gewichtseenheid in gebruik] Witte Nieswortel in de siroop die genoemd wordt maliqarathun [Griekse niet-vertaalde term, wsch. melikraton, een drank uit honing en melk gemaakt], dan [verdrijft (?)] dit slijm en gal."

Noot: Sesamoides is een ook nu nog bestaande plantennaam (een Reseda-achtige). Het is echter niet gezegd dat de hier afgebeelde en beschreven plant dezelfde is als degene die later door Linnaeus zo is benoemd. Uit de vaak gekopieerde en daardoor steeds onduidelijker afbeeldingen is de juiste identiteit niet af te leiden.

 

 

IBN TUFAYL
 

Zijn volledige naam was Abu Bakr Muhammad b. Abd al-Malik b.Muhammad b. Muhammad b.Tufayl al-Qaysi (ook: al-Andalusi, al-Qurtubi of al-Ishbili; in christelijke documenten Abubacer).
Hij werd geboren in het eerste decennium twaalfde eeuw in Wadi Ash / Guadix, 60 km ten noordoosten van Granada. Hij werd daar arts en vervolgens secretaris van de gouverneur van Ceuta en Tanger, die een zoon was van Abd al-Mumin, de grondlegger van de Almohaden-dynastie. Tenslotte werd hij hofarts van de Almohaden-sultan Abu Ya'qub Yusuf (558-80/1163-84). Hij gebruikte zijn invloed op hem om geleerden aan te trekken. Hij introduceerde de jonge Ibn Rushd bij de vorst. Volgens een leerling van Ibn Tufayl, Abu Bakr Bundud, was "de heerser der gelovigen bijzonder op hem gesteld. Ik heb horen vertellen dat hij dagen en nachten lang met hem in het paleis doorbracht zonder dat hij zich in het openbaar vertoonde". In 587/1182 werd hij als hofarts opgevolgd door Ibn Rushd. Hij overleed 581 AH /1185-6 AD in Marrakesh.

Ibn Tufayl's belangrijkste werk was Hayy ibn Yaqzan, een filosofische roman. Verder schreef hij twee medische verhandelingen en correspondeerde hij met Ibn Rushd over diens medische werk, de Kulliyat. Volgens al-Bitruji (astronoom) en Ibn Rushd had hij een aantal originele ideeën over astronomie, waaronder een verwerping van Ptolemaeus' theorie over epicycli en excentrische cirkels.


 

IBN RUSHD /AVERROES
 

Abu 'l-Walid Muhammad b. Ahmad b.Muhammad b.Rushd, al-Hafid (de kleinzoon). Hij is bekend als Averroes, de commentator van Aristoteles, geleerd in de Koran-wetenschappen en de natuurwetenschappen, medicijnen, fysica, biologie en astronomie, theoloog en filosoof. Hij werd geboren te Cordoba 520/1126 uit een belangrijke Spaanse familie. Zijn grootvader (d.1126) was een Malikitische rechtsgeleerde, was qadi geweest en imam van de grote moskee te Córdoba. Ibn Rushd's vader was eveneens qadi. Hij studeerde bij verschillende geleerden. In 1153 was hij in Marrakesh waar hij op verzoek van de Almohaden prins Abd al-Mu'min colleges stichtte en astronomische observaties deed.
Al-Marrakushi vertelt over de discussie van Ibn Rushd met de opvolger van Abd al-Mu'min, Abu Ya'qub Yusuf, wat hij van een leerling van Ibn Rushd hoorde: "De prins ondervroeg Averroes over de hemel: Is het een substantie die in alle eeuwigheid heeft bestaan, of had hij een begin? (een probleem waarover sinds Plato's Timaeus en Aristoteles De Caelo en zijn Metafysica fel werd gediscussieerd) . Ibn Rushd maakte zich zorgen over deze gevaarlijke vraag, maar Yusuf begreep dit en begon een discussie met Ibn Tufayl, waarin hij een grote kennis over de klassieke filosofen en theologen aan de dag legde. Aldus gerustgesteld begon Ibn Rushd te spreken en was hij in staat zijn geleerdheid aan te tonen." Hij ontving een beloning en de prins was hem vanaf toen gunstig gezind. Dit moet rond 1169 hebben plaatsgevonden. Al-Marrakushi vermeldt eveneens, dat de heerser der gelovigen tegenover Ibn Tufayl klaagt over de moeilijheid van Aristoteles' teksten en de vertalingen ervan. Ibn Tufayl vond zichzelf te oud voor deze zware taak en vroeg Ibn Rushd dit op zich te nemen. Tot het einde van Yusuf's regering (1163-84) bleef deze Ibn Rushd goed gezind. In 1169 was hij qadi van Sevilla, en hij merkte op dat al zijn boeken nog in Cordoba waren, wat het schrijven van zijn Aristoteles-commentaar bemoeilijkt. In 1171 is hij qadi in Cordoba, en zijn productie neemt toe. In 1182 (Marrakesh) volgt hij Ibn Tufayl op als hoofdarts van Yusuf. Vervolgens wordt hij opperqadi in Córdoba. Onder de heerschappij van Yusuf's opvolger, Ya'qub al-Mansur (1184-99) blijft Ibn Rushd in de gunst bij het hof. Pas in '95 viel hij in ongenade omdat de kalief het opportuun achtte om de steun van de conservatieve fuqaha' (rechtsgeleerden) te verwerven in de oorlog tegen de christenen. Ibn Rushd werd verbannen naar Lucena. Zijn stellingen werden veroordeeld, hij moest voor een tribunaal verschijnen en zijn boeken werden verbrand. Zijn critici namen de kans waar om zijn naam te besmeuren. Toen hij naar Marrakesh terugkeerde werd hij aan het hof in genade aangenomen. Alle edicten tegen hem werden geannuleerd. Na enkele jaren in Marrakesh overleed hij op 11 december 1198. Zijn lichaam werd begraven buiten de poort van Taghzut en later naar Córdoba overgebracht, waar de mysticus Ibn al-'Arabi getuige was van zijn herbegrafenis.

 

Ibn Rushd schreef commentaren op de Organon, de Fysica en de Metafysica van Artistoteles.
Al-kulliyat, medisch compendium.
1169-78 al-Talkhis (korte en middellange commentaren)
1174-80: De substantia orbis, Fasl al-Maqal, Kashf al-Manahij, Tahafut al-Tahafut. Aan de tafsir (Qura'n-uitlegging) begon hij pas later.
Ibn Rushd schreef eveneens kritieken op Ibn Sina en al-Ghazali, en een commentaar op Hayy ibn Yaqzan van Ibn Tufayl.
Er zijn weinig werken van Ibn Rushd in het Arabisch over, het meeste is alleen in Latijnse en Hebreeuwse vertalingen bewaard gebleven. Sommige manuscripten geven de Arabische tekst in Hebreeuws schrift.

 

 

IBN AL-QUTIYYA
 

Zijn volledige naam is Abu Bakr bin Umar bin Abd al-Aziz bin Ibrahim bin Isa bin Muzahim Ibn al-Qutiyya. Hij was een bekend grammaticus-historicus. Zijn bijnaam betekent 'zoon van een Gotische', wat slaat op het feit dat een van zijn voorouders, Isa bin Muzahim, getrouwd was met Sara, dochter van Olmundo en kleindochter van de voorlaatste Visigothische koning Vitiza. (Nadat ze Sevilla waar haar familie woonde had verlaten was Sara naar Damascus gegaan om bij kalief Hisham bin Abd al-Malik te klagen over de verliezen die ze had geleden door toedoen van haar oom Ardabasto, die haar na de dood van haar vader al diens bezittingen in het oosten van Andalus had afgenomen. Isa en Sara keerden terug naar Andalus en hun nakomelingen woonden in Sevilla.)
Ibn al-Qutiyya studeerde in Sevilla en Cordoba en ging in Cordoba lesgeven. Onder zijn studenten waren de bekende rechter Abu al-Hazm Khalaf bin Isa al-Washqi en de historicus Ibn al-Faradi.
Ibn al-Qutiyya werd bekend als dichter, maar vooral als kenner van de grammatica en de lexicografie, onderwerpen waarover hij boeken schreef die door latere generaties hogelijk geprezen werden.
Hij werd bij al-Hakam II aangeprezen als de grootste filoloog van zijn tijd. Hij bekleedde het ambt van qadi en genoot gedurende zijn leven groot prestige. Hij stierf op hoge leeftijd in 977 in Cordoba. Twee van zijn werken zijn over: 1. Kitab Tasarif al-Af'al, een grammaticaal werk 2. Ta'rikh iftitah (/fath) al-Andalus, geschiedenis van de verovering van Andalus en het emiraat tot het eind van de regeringsperiode van amir Abdallah. Het laatstgenoemde werk is vooral van belang voor de geschiedenis van al-Andalus in de 9de eeuw, omdat het overleveringen, anekdotes, waarnemingen en persoonlijke indrukken bevat die elders niet te vinden zijn over het leven aan het hof van Cordoba en van bepaalde personages.


 

IBN FIRNAS

 

Na Ziryab was Ibn Firnas (d. 888) degene die de grootste rol heeft gespeeld in het introduceren en populariseren van oosterse muziek. Maar hij kon meer: volgens de overlevering verstond hij de kunst om glas te maken "uit stenen" en had hij in zijn huis een soort planetarium ingericht waar men sterren, wolken en zelfs bliksem kon bewonderen. Tevens was Ibn Firnas de eerste in de Arabische geschiedenis die een wetenschappelijke poging tot vliegen ondernam. Zijn uitrusting bestond uit een pak van veren met vleugels waarmee hij zich naar men zei een lange tijd in de lucht wist te houden. Helaas verwondde hij zich toen hij neerstreek, omdat zijn pak niet van een staart voorzien was.
 

 

ARIB BIN SA'D AL-KATIB AL-QURTUBI

 

Arib was een Andalusische cliënt die verschillende officiële functies bekleedde. Hij was amil (gouverneur) van het district Osuna in 331/943); hij maakte onderdeel uit van de entourage van vizier al-Mushafi en Ibn Abi Amir (al-Mansur) en was secretaris van al-Hakam II (961-976). Hij is gestorven ong. 980. Hij had bekendheid als arts en dichter, maar vooral als historicus. Hij schreef onder andere een samenvatting van de Annalen van at-Tabari en een aanvulling daarop tot zijn eigen tijd. Dit laatste vormt de voornaamste bron over de tijd van Abdarrahman III. Waarschijnlijk schreef hij ook een werk over verloskunde, opgedragen aan al-Hakam II en een boek over het bereiden van medicijnen. Het meest bekend is hij door de Almanak van Cordoba, geschreven samen met Recemundo in ongeveer 961.

 

DE ALMANAK VAN CORDOBA

De Almanak van Cordoba werd door Arib bin Sa'd en Rabi' bin Zayd (Recemundo, bischop van Elvira) samengesteld voor kalief al-Hakam II.
Hieronder de vertaling van een deel van de almanak.

 

Het boek van de jaargetijden (kitab al-anwa'), over de tijd van planten en zaaien, de landbouw, de fruitteelt, en andere zaken van de jaargetijden.


JANUARI
Aantal dagen: 31. Astrologisch teken: Steenbok. Jaargetijde: winter.

Natuur/het weer: koud en vochtig, daarom hoort het element water hier. De mens is nu flegmatiek. Daarom is dit de maand voor voedsel, drank, beweging en rust, kortom al die zaken waar je warm van wordt. Deze tijd is beter voor individuen met een warm temperament en jong dan voor voor ouderen.
Vanaf 10 januari begint de periode om wijnranken te snoeien ten W. van Cordoba en van het enten van de ranken op de vlakte zowel als op de berghelling.
18 jan. Vanaf heden kunnen de palmbomen verplaatst worden. In deze maand vinden meer zaken plaats maar die kunnen we niet op de dag nauwkeurig benoemen. In deze maand lijkt het water van de rivieren lauw en stijgt damp op uit de aarde. De bomen vullen zich met sap. De vogels zoeken een vrouwtje. De valken van Valencia bouwen hun nest en beginnen de bevruchting. De paarden voeden zich met verse spruiten. De koeien kalven en hun melk neemt toe. Kuikens van ganzen worden geboren. Nu worden de stokken in de grond gezet waartegen olijfbomen of granaatbomen groeien. Vroege narcissen bloeien. Wijnstokken worden in de grond gestoken voor de vroege wijnrank of andere slingerplanten die geen vrucht dragen. Postelein wordt gezaaid, suikerriet wordt geoogst, suikerbiet en stroop van bittere appels wordt ingemaakt.

FEBRUARI
28 dagen; Waterman
koud en vochtig weer enz. zie januari
Tegen het eind van de maand kunnen medicijnen het best opgenomen worden in het bloed en aderlatingen worden dan aangeraden. ...... Kuikens komen uit het ei; de vissen komen in beweging; de vrouwen beginnen de larven de zijderups te verzorgen. Saffraanbollen worden geplant die in de zomer worden geoogst. Truffels kunnen worden gevonden; Indien nodig en mogelijk vinden nu aderlatingen plaats en worden medicijnen samengesteld; brieven worden verstuurd om mannen te recruteren voor de islamitische militaire expedities in de zomer. De ooievaars en de zwaluwen komen weer terug op het nest.

MAART
31 dagen; Vissen
De lente is voor mensen met een gematigd temperament. De meest gunstige periode voor het lichaam. Zeer gunstige tijd voor aderlatingen.
Vijgenbomen worden geënt. De haviken leggen eieren en broeden ze in 30 dagen uit. Suikerriet wordt geplant. De bonen in de moestuinen worden dikker. De eerste kwartels verschijnen. De zijderupsen komen uit de eitjes.De steur en de fint zwemmen vanuit de zee de rivieren op. Paprika wordt geplant, katoen en aubergines gezaaid; De administrateurs ontvangen de brieven waarmee ze de paarden kunnen kopen voor de gouverneurs. Grapefruit wordt gezaaid...

APRIL

30 dagen; Ram
De beste maand voor alle leeftijden en in alle landen.
In deze maand worden de palmbomen kunstmatig bestoven. De haviken kruipen uit het ei en over 30 dagen hebben ze veren. Stekjes van de jasmijn worden in de grond gezet. Papavers en klaprozen bloeien, rijst wordt geplant. Talloze eieren worden uitgebroed.

CANTUA NATUUR EN TUIN

Bakenessergracht 71-C

2011JT Haarlem