XIV. De proefdrukken van Ludwig von Heufler
Directeur van de Weense staatsdrukkerij Alois Auer vroeg botanicus dr. Leydolt hem enkele herbariumexemplaren van vaatplanten te bezorgen om deze met behulp van natuurdruk af te drukken. Leydolt liet het succesvolle resultaat zien aan zijn collega Ludwig von Heufler. Deze kwam op het idee dat cryptogamen, lagere planten als algen en mossen, door hun structuur waarschijnlijk natuurgetrouwer af te drukken waren, omdat ze in gedroogde toestand meer gelijkenis vertonen met hun levende voorkomen. Bovendien leek het hem goed juist deze categorie planten te gebruiken omdat er veel minder kennis over bestond. Heufler overtuigde Auer van zijn idee en deze vroeg hem de nodige herbariumexemplaren te leveren. Het leek Heufler het gemakkelijkst hem de collectie planten uit het Arpaschdal te geven die hij op dat moment bestudeerde, niet om ze te publiceren, maar louter als experiment. De resulterende zeven platen waren echter dermate geslaagd dat Auer hem vroeg om dan maar snel een artikel erbij te schrijven, want hij wilde ze graag publiceren. Heufler stemde toe, omdat er over de cryptogamen uit die streek op dat moment nog vrijwel niets bekend was. De titel is Specimen florae cryptogamae vallis Arpasch Carpatae Transilvani (Sporenplanten uit de Arpaschvallei in de Karpaten, Transsilvanië, 1853) Alle planten werden, behalve waar andersaangegeven, in het Arpaschdal verzameld.
Pl. 1 Een draadwier, Cladophora insignis, die Heufler vond in de fontein op de Piazza del Campo in Siena
pl. 2 Longkorstmos Sticta pulmonacea
Pl. 3 Zwammen: paardenhaartaailing, Agaricus androsaceus; ‘Rhizomorpha fragilis’, zwamdraden van de Echte honingzwam, Armillaria mellea; ‘Polyporus perennis’, Echte tolzwam, Coltricia perennis. Korstmossen: ‘Cetraria nivalis’, Bleekgeel boerenkoolmos, Flavocetraria nivalis; gleuftakmos Ramalina calicaris; Thamnolia vermicularis; Groot schildmos Parmelia perlata; Boomkorrelloof Sphaerophorus fragilis en S. globiferus
Pl. 4 Mossen: ‘Madotheca platyphylla’, Gewoon pelsmos, Porella platyphylla; ‘Madotheca navicularis’, Porella navicularis; ‘Madotheca laevigata’, Getand pelsmos, Porella arboris-vitae; ‘Jungermannia barbata’, Glanzend tandmos, Barbilophozia barbata; Mastigobryum deflexum; Gymnomitrium coralloides
Op pl. 5 zijn ook mossen afgebeeld: Polytrichum alpinum, P. formosum, Mnium ligulatum (uit Wassergspreng bij Wenen), Sphagnum acutifolium, evenals op pl. 6: Orthotrichum affine (uit Kloster Neuburg bij Wenen), Ceratodon purpureus, Georgia pellucida, Hypnum uncinatum, H. undulatum, Hookeria lucens, Blindia crispula, ‘Meesea triquetra’, Veenlangsteelmos, Meesia triquetra.
Pl. 7 Mossen: Meesia triquetra mnl. en vr.; .. sterrenmos, Mnium ligulatum